Ziek

Chronisch ziek is ze, één van mijn cliënten. Het valt haar zwaar. Ik heb al meerdere gesprekken met haar gehad. Ze geeft aan dat het steeds beter met haar gaat; dat ze steeds beter in staat is haar grenzen aan te geven en dat het haar steeds beter lukt keuzes te maken die goed voor haar zijn, in plaats van zichzelf steeds op de laatste plaats te zetten. Deze cliënt is een vrouw voor wie de instructie over de zuurstofmaskers in een vliegtuig belangrijk is: let op, eerst jijzelf een masker, dan pas je kind.

 

Stom

Nadat we spreken over hoe goed het op dit moment gaat, geeft ze aan dat het ziek zijn heel stom is. Dat is eigenlijk het enige woord dat ik er voor heb, zegt ze, stom. Nu ze er even over praat, zie ik haar ogen waterig worden. Ik word er boos van, zegt ze, op ferme toon. En in het ziekenhuis zeggen ze dat ik het maar moet accepteren. Maar ik wíl het helemaal niet accepteren, want dan is het net of vind ik het allemaal maar goed en dat vind ik helemaal niet! Tranen rollen over haar wangen. Ze wordt steeds bozer. Maar ze wil niet boos zijn. Ik ben liever blij en vrolijk, zegt ze, zoals meestal. De boosheid zet zich vast in haar lichaam en weet niet zo goed een weg naar buiten.

 

Rouw is als een bootje

Ik vertel haar dat je rouw kunt zien als een roeibootje op een meer. Je hebt twee riemen om mee te roeien: de herstelgerichte riem en de verliesgerichte riem. De herstelgerichte kant richt zich op het vooruit kijken, op het leven weer oppakken, op doorgaan en doorleven. De verliesgerichte kant richt zich op terugkijken, op het verdriet en de boosheid om wat je bent verloren, op stilstaan en voelen hoe hevig je geraakt bent.

 

Voorkeur

Mijn cliënt is hard aan de slag met haar herstelgerichte riem. Ze kan steeds beter keuzes maken die goed voor haar zijn. Fijn! Ze kan steeds beter roeien met die riem.

Stel je nu eens voor wat er gebeurt als je in een bootje roeit met één riem… Juist, je vaart een rondje en komt dus niet vooruit. Om vooruit te komen, zal je ook met de andere riem moeten roeien. Of moeten léren roeien.

Als mens heb je de neiging om één van beide riemen meer te gebruiken dan de andere. De ene persoon is van nature meer herstelgericht en de ander is meer verliesgericht. Je herkent je eigen voorkeur vast. Hoe reageer je bijvoorbeeld op iemand die twee maanden na het overlijden van haar partner alleen op vakantie gaat? Vind je dat knap, denk je: goh, wat sterk? Of vind je het raar? En hoe reageer je op iemand die twee jaar na het verlies van zijn moeder elke dag naar het graf gaat en daar dan soms een traantje wegpinkt? Denk je: wat fijn dat hij nog steeds naar het graf gaat? Of denk je: zit hij daar nou alweer te janken?

 

Roeien met de riemen die je hebt

De manier waarop je binnen je rouw het meest vooruit komt, is wanneer je een balans vindt in het roeien met beide riemen. Dan weer wat herstelgericht, dan weer wat verliesgericht. Je roeit dan in een slingerbeweging, maar komt vooruit. Je eigen voorkeur geeft aan met welke riem je het meeste roeit. Bij de cliënt waarover ik hierboven schrijf, ligt de voorkeur duidelijk bij de herstelgerichte riem: ze kan steeds beter voor zichzelf zorgen. Daarnaast vindt ze het ziek zijn stom, maar wil haar boosheid en verdriet eigenlijk niet voelen. Ze is veel liever blij en vrolijk, zo zegt ze. De verliesgerichte riem, daar wil ze beter mee leren roeien, om niet meer in rondjes te varen, maar vooruit te komen. Ze wil leren roeien met de riemen die ze heeft.

Pin It on Pinterest